nieuws

Meldpunt Identiteitsfraude wacht een Gordiaanse klus

Het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude, een initiatief van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie, moet na een jaar proeftijd de groeiende problematiek met identiteitsfraude en foutieve persoonsregistraties aanpakken en in kaart brengen.

Hoewel officiële cijfers vooralsnog ontbreken, werd de afgelopen tijd duidelijk dat identiteitsfraude en fouten met persoonsregistraties een groeiend probleem vormen.

Het jaarverslag van de Nationale Ombudsman uit 2008 droeg de veelzeggende titel ‘De burger in ketens‘, onder meer doelend op het grote aantal overheidsorganen dat gebruik maakt van persoonsgegevens en de hulpeloosheid van individuen die slachtoffer worden van een  falende informatie-uitwisseling  tussen deze organen. Iemand die verhaal wil halen, belandt vaak in kafkaëske situaties waarbij overheidsorganen verantwoordelijkheden elkaar over en weer toeschuiven.

Documentaireprogramma Zembla liet op haar beurt zien dat op Internet voor een luttel bedrag een identiteit kan worden gekocht. Namen, huisadressen, e-mailadressen, telefoonnummers en creditcardgegevens werden voor een prijs van enkele dollars beschikbaar gesteld op Russische websites. Bedrijven zwijgen als het graf als het gaat om diefstal van persoonsgegevens en het Openbaar Ministerie tast op haar beurt in het duister.

Met het opzetten van een centraal meldpunt wil de overheid deze problematiek aanpakken. Het uitgangspunt is een loket waaruit contact opgenomen wordt met de verschillende “ketenpartners” om zodoende fouten terug te draaien en persoonlijke dossiers op te schonen. De lancering hiervan staat medio januari gepland.

Persvoorlichter van het Ministerie van Binnenlandse Zaken Mireille Beentjes licht de werkwijze van het meldpunt toe: “Bij een vermoeden van fraude wordt de melding doorgestuurd voor nader onderzoek naar de ketenpartners van het meldpunt. Zij onderzoeken of aanknopingspunten gevonden kunnen worden voor strafrechtelijk onderzoek. Door middel van dat onderzoek wordt vastgesteld of daadwerkelijk sprake is van identiteitsfraude. Hierna volgt zo nodig het herstellen van fouten in persoonsregistraties die ontstaan zijn als gevolg van de fraude.” Ook kunnen burgers bij het meldpunt terecht wanneer ze vermoeden dat er fouten in hun persoonsregistraties zitten.

Volgens hoogleraar recht en informatisering Corien Prins is het echter de vraag of het meldpunt dit soort fouten weet terug te draaien. In de praktijk blijkt dit namelijk een probleem van Gordiaanse proporties. “De Ombudsman vertelt in zijn jaarverslag dat hij heeft geprobeerd terug te redeneren in deze zaken. Dit is een hels karwei, bij het herstellen stuitte hij op een enorme wirwar van handelingen, registraties en onduidelijke verantwoordelijkheden. Zelfs na maanden van research en rond de tafel zitten met betrokken partijen geeft hij aan dat hij niet honderd procent zeker is dat zijn onderzoek volledige transparantie heeft opgeleverd.”

De hardnekkige wirwar wijt Prins aan het isolement waarin instanties te werk gaan. Hoewel overheidsorganen volop informatie uitwisselen, werken ze verder vrijwel volledig langs elkaar heen. “De informatieketen die de overheid creëert is een technologische. De instanties zelf blijven op hun eigen eilandje werken en voelen zich niet verantwoordelijk voor andermans doen en laten. Ook juridisch gezien heeft iedere organisatie zijn geheel eigen verantwoordelijkheidsregime.”

Geen apart misdrijf

Naast het afhandelen van meldingen moet het meldpunt gaan rapporteren over de aard en de omvang van problemen met identiteiten. Tot op heden is daar nauwelijks een beeld van in Nederland. Daar zijn verschillende redenen voor. Prins: “Identiteitsfraude wordt in het Nederlandse strafrecht niet als apart misdrijf beschouwd. Politie administreert identiteitsfraude daarom veelal onder de algemene noemer fraude, met als gevolg dat het moeilijk is specifieke cijfers over identiteitsfraude boven tafel te krijgen.”

Daarnaast is er nog nooit een concreet meldpunt voor zulke zaken geweest, vertelt Prins. “Ook het meldpunt dat nu op poten wordt gezet, blijft  afhankelijk van burgers die een melding maken. Bovendien is het slechts beperkt tot fraude binnen de publieke sector. We weten bijvoorbeeld niets van de aard en omvang van financiële identiteitsfraude. Hopelijk, nu het meldpunt wordt ondergebracht bij Postbus 51 zal er ook meer aandacht voor komen. Maar van een echte publiciteitscampagne is helaas nog geen sprake.”

Het afgelopen jaar bestond het meldpunt slechts in de vorm van een pilot, die bewust low-profile werd gehouden. Toch stond de teller eind oktober op ruim 300 meldingen. De persvoorlichting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken laat weten dat zon tweederde van de binnengekomen meldingen om vermoedens van identiteitsfraude gaat. De overige meldingen gaan om vragen over het gebruik van persoonsgegevens op Internet, de gevolgen van het kwijtraken van bankafschriften of identiteitsbewijzen en zogeheten Nigerianenfraude. Van de fraudemeldingen leidde zon veertig procent tot strafrechtelijk onderzoek.

Geen bevoegdheden

Over de definitieve vorm, inrichting en taken van het meldpunt wil het Ministerie nog niets kwijt. Bevoegdheden om in te grijpen in zaken krijgt het in ieder geval niet. “Dat zou niet passen in de bestuurlijke verhoudingen en de wettelijke taakverdeling tussen allerlei overheidsorganen”, aldus de persvoorlichting.

Prins verwijst voor een goed voorbeeld naar de VS. Daar startte de Federal Trade Commission in 1999 de Identity Theft Clearinghouse Database, waar identiteitsfraudemeldingen van alle sectoren, particulier, bedrijven en overheid, binnenkomen. “Daar komen jaarlijks 8 miljoen meldingen binnen, waarvan 2 miljoen serieus.” Waarom in Nederland de overheid een goede tien jaar wacht om werk te maken van zon meldpunt wijt ze aan het ontbreken van een gevoel van urgentie. “Er is gewoon niet genoeg aandacht voor, in het bijzonder op politiek niveau niet.”

Gevraagd naar het probleem zegt fractieleider Alexander Pechtold  van D66 dat identiteitsfraude hem zorgen baart. “Het probleem is groot en kan bovendien nog toenemen in de toekomst, omdat je BSN of andere id-gevoelige nummers en documenten tot een steeds groter arsenaal toegang geven. Zo wordt het aantrekkelijker voor criminelen om een ID buit te maken.”

Hij ziet de komst van het meldpunt met vertrouwen tegemoet.  “Het probleem lijkt nu redelijk goed te worden aangepakt, maar dit heeft wel te lang geduurd. “Ik heb er vertrouwen in dat dit gaat werken, maar uiteindelijk moet dat in de praktijk blijken. Mocht de huidige opzet niet werken, dan kunnen we die altijd nog aanpassen.”