column

Handen af van vingerafdruk

De Nederlandse praktijk van biometrische gegevensopslag is in strijd met het EVRM en moet per direct moeten stoppen. Doet Nederland dat niet zelf, dan zal Straatsburg moeten ingrijpen. Dat stelt publicist en jurist Robin Caron in zijn nieuwe column.

De geplande centrale opslag van alle vingerafdrukken en gezichtsscans van Nederlanders staat op losse schroeven nu ook regeringspartij VVD zeer kritisch is over de opzet.

Minister Donner (Binnenlandse Zaken) zal tot februari 2011 geen onomkeerbare stappen nemen. Dit bleek tijdens de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken op 2 december 2010 in de Tweede Kamer.
Op 29 november startte eveneens in Den Haag het proces van Stichting Privacy First en 21 mede-eisers tegen de Paspoortwet. Wie de bestaande jurisprudentie en WRR-rapporten goed leest, komt maar tot één conclusie: elke opslag van biometrische gegevens (ook de huidige decentrale bij Nederlandse gemeenten) is in strijd met het EVRM. Daarom moeten gemeenten en de Raad van Europa snel ingrijpen.

Sinds 21 september 2009 tart de Nederlandse overheid de fundamentele rechten van alle burgers van 12 jaar en ouder door vingerafdrukken in combinatie met een biometrische gezichtsscan op te slaan. Samen met het Burger Service Nummer worden vier vingerafdrukken verplicht opgeslagen in de decentrale reisdocumentenadministratie bij gemeenten, in afwachting van een mogelijke centrale databank. Twee daarvan worden ook op de chip in de aangevraagde pas of ID-kaart verwerkt. Mág dat?

In principe hebben burgers recht op bescherming tegen aantasting van hun privacy en hun lichamelijke integriteit. Dit recht kan in ons land worden afgedwongen met een beroep op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit staat inbreuken op burgerrechten door de opslag van vingerafdrukken en gezichtsscan alléén toe als dat aantoonbaar nodig is in een democratische samenleving.
De kernvraag is dus niet óf de verplichte biometrie-opslag een privacy-inbreuk is, maar of deze te rechtvaardigen is. Daarvoor moet, aldus het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, worden voldaan aan strenge voorwaarden, met name proportionaliteit en subsidiariteit: zijn er minder schadelijke alternatieven?

Voldoet de Paspoortwet aan deze eisen? De doelen van de Paspoortwet blijken flinterdun en rechtvaardigen opslag van biometrische gegevens geheel niet, wijzen onder andere recente WRR-rapporten uit.
Voor identificatie van slachtoffers na rampen voldoet een resterende kaak beter dan een vingerafdruk. Betrouwbare cijfers van look-a-like-fraude in Nederland, die door biometrie-opslag zou verminderen, blijken volgens de regering te ontbreken. Of ze zijn zo laag dat ze opslag niet wettigen, concludeert WWR-rapport Happy landings?.
Ook de geschetste voordelen van een databank om eens in de tien jaar plaatsonafhankelijk een paspoort/ID-kaart te kunnen aanvragen vormen een oplossing voor een niet-bestaand probleem. Bovendien vergroot dit juist de kans op misbruik doordat kwaadwillenden kunnen gaan shoppen bij verschillende gemeenten.

“Er zijn ook alternatieven die de burgerrechten beter respecteren.”

Zelfs de nieuwste rechtvaardiging van de Staat voor opslag gaat mank: na verlies van een paspoort zou een databank met biometrische gegevens nodig zijn ter controle tegen de oorspronkelijke gegevens. Maar dat is nu net níet het geval, want iedereen draagt juist zn lichaamskenmerken zelf bij zich om hiermee een nieuw reisdocument aan te vragen.
Tot slot is er de toepassing van biometrische gegevens ter bestrijding van strafbare feiten.
Dat, zoals de regering beweert, opslag van de lichaamskenmerken van alle burgers nodig zou zijn om de identiteit te achterhalen van slechts enkele zwijgende verdachten, rechtvaardigt opslag evenmin. Privacy First voerde deze week terecht Europese jurisprudentie (EHRM Van der Velden) aan die een privacyschending in de kiem smoort om zo te voorkomen dat sluipenderwijs een oprekking naar algemenere (opsporings)doelen mogelijk wordt.

De opslag is niet alleen buiten proportie, er zijn ook alternatieven die de burgerrechten beter respecteren. Dat blijkt wel uit het feit dat een groot aantal Europese landen (waaronder Duitsland) bewust afziet van databankopslag en kiest voor chip-opslag om dezelfde doelen te behalen.
De conclusie is helder: onze Nederlandse opslag van biometrische gegevens voldoet niet aan de voorwaarden, is onnodig en mág helemaal niet volgens het EVRM.

Vanouds beperkte de bescherming van onze lichamelijke integriteit en privacy zich tot de fysieke leefwereld, zoals ons lichaam of ons huis dat niet zomaar betreden mag worden. Door de jaren heen werd de bescherming uitgebreid tot het briefgeheim en de vastlegging van beelden en digitale gegevens. Met het opslaan van gedigitaliseerde lichaamskenmerken in chips en databanken zijn we weer terug bij het begin: bij de bescherming van ons hoogstpersoonlijke lichaam. Ik hoop dat we snel tot het inzicht komen dat er andere wegen dan biometrie zijn om onze veiligheid te waarborgen en een betere balans vinden met onze burgerrechten.

“Surveillance measures can lead to destroying democracy on the ground of defending it”, waarschuwt het Europees Hof. Daarom is het gerechtvaardigd dat de secretaris-generaal van de Raad van Europa Nederland snel ter verantwoording roept. Hij is daartoe bevoegd op grond van artikel 52 EVRM. In afwachting daarvan is een oproep aan alle Nederlandse gemeenten op zn plaats om de huidige opslag per direct te schorsen. De regering en Tweede Kamer hoeven dan ook geen tijd meer te verdoen met een maandenlange nationale heroriëntatie. Men kan ter bezuiniging stoppen met zoeken naar nieuwe technische oplossingen zoals irisscans of hash-codes van vingerafdrukken. Er rest maar één mogelijkheid: stop onmiddellijk elke illegale opslag van biometrische gegevens!

Robin Caron, publicist en jurist. Adviseerde vereniging Vrijbit bij de juridische procedures voor het Europees Hof tegen de opslag van biometrische gegevens in chip en databank.