In een nieuwe column kijkt Joyce Hes naar de recente contacten van twee politici, Marc Rutte en Lodewijk Asscher, met de SGP. “Afgelopen weekend toonden twee belangrijke Nederlandse politici zich respectievelijk gelovig en Bijbelvast.”
Afgelopen weekend toonden twee belangrijke Nederlandse politici zich respectievelijk gelovig en Bijbelvast. De ene, premier Rutte, bracht een enthousiast bezoek aan 1500 SGP-jongeren met de bedoeling de vriendschapsbanden met deze partij aan te halen.
De ander, de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher, hield deze jongeren een Bijbelse spiegel voor. Dat is natuurlijk mooi maar waar hij voor kwam was het in ontvangst nemen van de Oranje-bovenprijs voor zijn kruistocht tegen vrouwenhandel en beperking van prostitutie.
Een maand daarvoor had de Stichting Bescherming Burgerrechten in samenwerking met Felix Meritis diverse pogingen gedaan om hem als spreker te krijgen voor een publiek debat over het ‘Wetsontwerp regulering prostitutie en bestrijding misstanden in de seksbranche’. Helaas dat was niet gelukt.
Kennelijk zat Asscher er niet op te wachten om aan een kritisch publiek van sekswerkers, hulpverleners, lokale ambtenaren en gezondheidswerkers, kortom het veld, uit te leggen waarom prostituees met hun gegevens in een centrale databank zouden moeten komen met alle risicos van dien voor hen.
Een dergelijke regeling die notoir over de hoofden van de vrouwen die in de branche werkzaam zijn, heengaat, zo bleek tijdens het debat op 29-1-2012, werd eigenlijk vooral gesteund door “Den Haag”, d.w.z. bepaalde politici en ambtenaren op het ministerie van Veiligheid en Justitie.
De SGP zit er niet mee. Op 9 april 2010 werd deze partij nog door onze hoogste rechterlijke instantie veroordeeld voor discriminatie van vrouwen, omdat ze hen niet toelaat op hun kieslijsten.
Ruttes commentaar later was: ach, laten we de uitspraak van het Hof van de Rechten van de Mens maar afwachten.
Opvallend omdat juist in zijn partij zulke kritische geluiden worden gehoord over dit Hof dat de uitvoering van wetten in dit land zou belemmeren. Waar Balkenende nog actie wou ondernemen met zelfs risico’s voor het voortbestaan van de SGP, hoefde dat voor de liberale Rutte dus niet zo nodig en kreeg die partij ook nog eens een sleutelrol in de Eerste Kamer.
Op dit moment is politieke macht kennelijk allesbepalend, ook als dat in naam van God ten koste van vrouwenrechten gaat.
En dan is ook het je verantwoorden in een debat tegenover de zogenoemde “civil society”, zowel de mondige als de kwetsbare burgers wat minder een prioriteit toch?
Joyce Hes
Vice-voorzitter Stichting Bescherming Burgerrechten