column

Één Staat, één Gezicht, één Database

Het steeds grootschaliger gebruik van ANPR (Automatische Nummerplaat Registratie) is een schoolvoorbeeld van function creep, zo beschrijft Tijmen Wisman in zijn nieuwe column. Een surveillancetechniek die werd geïntroduceerd om criminelen in de kraag te vatten, wordt binnen de kortste keren ingezet om ook alle automobilisten die nergens van verdacht worden te tracken. De scheidslijn tussen verdachten en onschuldige burgers verdwijnt waar de surveillancestaat verschijnt.

Zo’n vier jaar terug volgde ik een cursus projectmanagement. Wij werden door een vriendelijke docent begeleid en ieder van de cursisten had zijn eigen project om mee te oefenen. Een van mijn medecursisten was een jongeman die werkte voor de overheid en mij opviel door zijn piercing, omdat dit niet paste binnen mijn vooroordelen over ambtenaren.

Zijn project was zeer boeiend. Hij had de opdracht gekregen om één gezamenlijk logo voor alle vormen van communicatie van de overheid in te voeren. Al die verschillende symbolen die destijds werden gehanteerd, zouden immers slechts tot verwarring leiden. Op deze manier moest voor iedereen duidelijk worden dat de overheid één groot, gezamenlijk, gecoördineerd geheel was met één identiteit. Het maakt niet uit of je belastingaangifte doet, een uitkering ontvangt, een verkeersboete krijgt, of je stempas wordt toegestuurd: de overheid was toe aan één gezicht.

In die tijd werd ANPR (Automatische NummerPlaat Registratie) ingevoerd. Dit systeem werkt als volgt: alle nummerplaten van voorbijrijdende auto’s worden gescand door een mobiele of een vaste scanner en wanneer de nummerplaat overeenkomt met een nummerplaat in een speciale database van de politie, resulteerde dit in een ‘hit’ en kwam de politie in actie. Dit systeem werd alleen gebruikt tegen mensen die met een gegronde reden in de politiedatabase stonden.

Het duurde niet lang voordat er bij de pragmatische platte petten een lumineus idee ontsprong om de werking van het systeem uit te breiden. Waarom zou je niet iedere auto die voorbij komt rijden registreren, zodat je deze database later kunt gebruiken om misdrijven op te lossen? Twee politiekorpsen brachten dit idee in de praktijk, maar werden al snel op de vingers getikt door het  CBP (College Bescherming Persoonsgegevens). Het CBP wees erop dat op deze manier onschuldige burgers in politiedatabases terecht kwamen, waardoor ze al als verdachten worden behandeld, voordat er een vermoeden van een misdrijf bestaat.

De toenmalige ministers, Ernst Hirsch-Ballin en Guusje ter Horst, gaven voor de camera ruiterlijk toe dat zij fout zaten en beloofden vervolgens dat ze het nóóit meer zouden doen. Om direct hierna te verklaren dat ze de wet zouden aanpassen, zodat er wel een wettelijke basis zou zijn voor deze praktijken. Hierdoor zou het CBP in de toekomst geen poot meer zou hebben om op te staan. Met dit staaltje miskend rechtspositivisme gingen zij compleet voorbij aan het principiële bezwaar van het CBP en gaven de politie een toekomstige vrijbrief om aan de haal te gaan met de data van alle autorijdende burgers!

Jaren na dato is er een wetsvoorstel dat de politie deze bevoegdheid dient te verlenen. De MvT staat vol van rechtvaardigingen voor dit oneigenlijke gebruik van persoonlijke gegevens. Het komt erop neer dat op basis van de Politiewet kentekens van personen worden geregistreerd ‘die ingevolge de uitvoering van de politietaak aandacht behoeven’, hetgeen resulteert in een wel zeer ruim omlijnde verwerkingsgrond.

Voorbeelden die worden gegeven waarbij ANPR kan helpen gaan over diefstallen, woninginbraken en roofovervallen. De termijn van 10 dagen die door IJsselland werd gebruikt, wordt te kort bevonden voor strafbare feiten die niet direct worden ontdekt. De termijn wil men stellen op 4 weken. Niet alleen het kenteken en foto worden bewaard, maar ook gegevens over de locatie, de datum en het tijdstip. Over belastingontduiking, fraude en uitkeringen vindt men niks in de MvT. Daar zou op zich niks vreemds aan zijn, ware het niet dat dit wetsvoorstel wel degelijk invloed op dit soort zaken kan hebben.

Op de één na laatste bladzijde van de MvT ontvouwt zich op miraculeuze wijze het plot en staat er te lezen dat BOD-en (bijzondere opsporingsdiensten) ook ANPR mogen toepassen en dat politiekorpsen en BOD-en onderling het gebruik van camera’s kunnen afstemmen. BOD-en bestaan onder andere uit de Belastingdienst en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. In 2011 kregen mensen al brieven van de Belastingdienst om ze eraan te herinneren dat hun auto slechts was geregistreerd voor zakelijke kilometers en of ze er bij hun aangifte wel op wilde letten dat de privékilometers juist werden opgegeven. De mensen die werden aangeschreven waren eruit gepikt door middel van, u raadt het al, ANPR.

Nu ga ik niet in op de discussie of het gebruik van gegevens door dit soort diensten al dan niet gewenst of gerechtvaardigd is in een democratische samenleving. Het enkele feit dat deze maatregel in de media en zelfs in de MvT zelf als een soort wondermiddel tegen ernstige criminaliteit wordt afgeschilderd, terwijl het mede een repressief surveillance-instrument is dat tegen de gehele bevolking wordt ingezet om allerhande vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid te registreren, zie ik als falende publieke voorlichting. Op deze manier wordt de burger bewust misleid omtrent de mogelijke implicaties van dergelijke wetgeving en wordt de publieke opinie en maatschappelijke discussie die zou moeten worden gevoerd, op slinkse wijze omzeild.

De waarheid is dat data die door de overheid wordt verkregen op steeds meer manieren aan elkaar wordt geknoopt en verwerkt. Juridische beginselen, zoals het doelbindingsbeginsel, worden hierbij ernstig veronachtzaamd. Gedragingen van burgers die oorspronkelijk niet binnen het strafrecht vielen, worden middels vernuftige juridische constructies onderworpen aan allerlei vormen van staatstoezicht die niet met de traditionele waarborgen van het strafrecht zijn omkleed. Langzaamaan wordt de surveillancestaat een realiteit en deze wordt deel van hetzelfde gezicht. De logo’s op de enveloppen waren hier slechts een voorbode van.

Tijmen Wisman is per 1 september 2013 voorzitter van het Platform Bescherming Burgerrechten en neemt daarmee het stokje over van Vincent Böhre.

Afbeelding van synx508|Flickr