recensie

Opwaaiende Toga’s

Het strafrecht is allang geen ultimum remedium meer. Dat blijkt zonneklaar uit het boek “Opwaaiende Toga’s” van Jelle van der Meer en Hella Rottenberg. Joyce Hes, vice-voorzitter van de Stichting Bescherming Burgerrechten schreef een boekbespreking.

”Steeds vaker nemen de burgers het strafrecht in de arm als strijdmiddel tegen elkaar.”

“Er is de wens om alles te doen; om èn kleine winkeldiefstallen, èn belediging èn auto inbraken èn huiselijk geweld te vervolgen en dat tegen minimale kosten.”

“In 2011 waren er 96 aanwijzingen en 61 richtlijnen van kracht.”

“Het Openbaar Ministerie wacht op iemand met ballen die zegt: ‘dit doen we niet.’”

“Inmiddels is in 10 jaar tijd snelheid een van de belangrijkste criteria voor goede rechtspraak geworden.”

Het is een greep uit de uitspraken uit het boek, een verslag van het onderzoek dat Rottenberg en Van der Meer deden achter de schermen van de Haarlemse rechtbank naar de gang van zaken in het strafproces. Het is dan ook geen wonder als in dat boek een rechter verzucht dat het strafrecht soms wel haarlemmerolie lijkt te zijn geworden voor alle problemen in de samenleving.

Maar goedkoop kan makkelijk duurkoop worden. Dat blijkt uit het voorbeeld van goedkope administratief juridische medewerkers die lijstjes aanvinken, waardoor allerlei mensen ten onrechte voor een rechter worden gedaagd. De eveneens goedkope parketsecretarissen spelen in een zogeheten TOM zitting voor rechter die een boete of taakstraf kan opleggen. En dan is er nog de “z.s.m. zitting”, oftewel zo spoedig mogelijk, die snel kan worden gehouden omdat een officier in gevallen van overtredingen en lichte misdrijven een straf kan opleggen.Dat scheelt tijd want zij zijn minder gebonden aan procedures en waarborgen.

In al die gevallen lijkt de snelheid doorslaggevend niet de rechtswaarborgen voor degene die verdacht wordt, met alle risico’s van dien. Kwaliteit van de rechtspleging,autonomie en onafhankelijkheid van de rechter, de Officier als magistraat, terughoudendheid waar het betreft inbreuken op persoonlijke vrijheid en een duidelijk oog voor grondrechten van verdachten – het lijkt allemaal behoorlijk onder druk te staan en op de  terugtocht als je het interessante en goed geschreven boek van de genoemde auteurs zorgvuldig bestudeert.

Mij lijkt het boek een waarschuwing aan het adres van de overheid, het ministerie dat inmiddels de naam heeft voor Justitie en Veiligheid te staan, maar ook aan het adres van onze democratische rechtsstaat. Wat is ons die rechtsstaat eigenlijk waard? Want als de machine van het strafrecht voortdendert op de manier die zij beschrijven kan het resultaat alleen maar teleurstellend en averechts zijn.

afbeelding: rottenberg.nl