interview

Analyse zitting VPHuisartsen versus VZVZ: “Het LSP is de wereld op zijn kop”

Judge hammer by salonso (CC)

Vrijdag 25 april vond in de Rechtbank Utrecht de zitting plaats van de bodemprocedure tegen de landelijke uitrol van het LSP. Ab van Eldijk, jurist en voorzitter van platformdeelnemer Stichting KDVP was aanwezig en blikt hier terug op de zitting. “De wijze waarop VZVZ het LSP legitimeert, zet de juridische beginselen over de omgang met medische persoonsgegevens op zijn kop.”

Dat VPHuisartsen en VZVZ over de rechtmatigheid van het LSP van mening verschillen, moge duidelijk wezen. Eerder, in 2012, spande VPHuisartsen al met succes een kort geding aan tegen de verplichte aansluiting op het LSP. Sinds de start van de bodemprocedure tegen de landelijke uitrol van het systeem zijn gedurende ruim een jaar stukken gewisseld tussen deze partijen. Dat dit niet tot overeenstemming heeft geleid bleek duidelijk op de zitting van 25 april jl.

Hoe fundamenteel verschillend de huisartsen en de beleidsmakers achter het LSP tegen de bescherming van medische privacy aankijken, bleek helderder dan ooit tijdens de uitwisseling van argumenten. VZVZ houdt er daarbij een zeer eigenzinnige interpretatie van de Wet Bescherming Persoonsgegevens op na, zo concludeert Van Eldijk naar aanleiding van de zitting.

Welke indruk liet de zitting achter?

“Het was een uiterst interessante zitting waarin de verschillende standpunten van de partijen duidelijk tot uitdrukking kwamen; VPHuisartsen acht dit systeem onverenigbaar met het medisch beroepsgeheim en de wettelijke eisen die worden gesteld aan het verlenen van toestemming voor de uitwisseling van medische gegevens.”

“De argumentatie zal ik hier niet helemaal gaan herhalen (maar valt van de kant van VPHuisartsen wel hier terug te lezen; de pleitnota van VZVZ is vooralsnog niet publiek beschikbaar), maar wat wel belangrijk is om te vermelden, is dat de rechter zeer goed in dit dossier zat. Dat kon je merken aan de vragen die werden gesteld aan beide partijen. Deze hadden betrekking op de kernpunten in deze zaak, zoals de aard van de toestemming die de patiënt geeft om zijn medische gegevens uitwisselbaar te maken via het LSP. Mede door de zeer scherp gerichte vragen van de rechtbank werd tijdens het verloop van de zitting kraakhelder dat de wijze waarop VZVZ de uitwisseling van medische informatie via het LSP tracht te legitimeren, basale juridische beginselen over de uitwisseling van medische persoonsgegevens volledig op zijn kop zet.”

Kun je dat toelichten?

“Het uitgangspunt van Nederlandse en Europese privacywetgeving is dat het in beginsel verboden is om medische gegevens uit te wisselen zonder uitdrukkelijke toestemming van de persoon in kwestie. De wet is daar zeer helder over: er moet sprake zijn van expliciete, geïnformeerde toestemming, zo stelt de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). In artikel 8 van het EVRM heet het informed consent. Het betekent concreet dat je als patiënt bij het uitwisselen van je medische gegevens moet weten en moet kunnen weten welke informatie concreet wordt uitgewisseld, en voor welk doel deze informatie naar welke persoon toegaat.”

“Dat is bij het LSP niet aan de orde, zo luidde het bezwaar van VPHuisartsen. De enige toestemming die je als patiënt kunt geven, is een eenmalige, algemene toestemming voor het uitwisselen van je medische gegevens via het LSP. Om welke informatie het gaat, en met welk doel deze met wie wordt uitgewisseld, is op het moment dat je daar toestemming voor geeft totaal niet duidelijk, omdat arts noch patiënt op voorhand kan controleren wie later op enig moment via het LSP medische persoonsgegevens kan inzien voor een gekend doel. De opvatting van VZVZ over toestemming is in strijd met wet en verdrag.”

Hoe reageerde VZVZ op die bezwaren?

“Het verweer van VZVZ was op z’n zachtst gezegd uiterst wonderlijk. Ze stelden zich namelijk op het standpunt dat de toestemming voor het LSP een zeer specifieke toestemming zou zijn, mede omdat patiënten de mogelijkheid zouden hebben om later alsnog de uitwisseling van bepaalde gegevens met bepaalde categorieën van zorgverleners te kunnen blokkeren of uitsluiten.”

Wat is daar mis mee?

“Als je als patiënt toestemming geeft om je medische gegevens te delen via het LSP, geef je in feite toestemming om allerlei gegevens die bij een zorgverlener zijn opgeslagen, toegankelijk te maken voor derden zonder op voorhand te kunnen controleren wie deze gegevens voor welk doel inziet. Je zet daarmee alle deuren open voor informatie uitwisseling met elke zorgverlener in Nederland die over een toegangspasje beschikt. Het enige wat patiënten na het geven van toestemming voor informatie-uitwisseling via het LSP nog kunnen doen, is deuren sluiten.”

“Daarin schuilt de fundamentele tekortkoming en tegelijkertijd de onrechtmatigheid van het LSP. Stel, je wilt bepaalde behandelinformatie gericht laten toesturen naar een zorgverlener die betrokken is of raakt bij een behandeling, maar je wilt niet dat deze gegevens ook door andere zorgverleners via het Landelijk Schakelpunt (LSP) kunnen worden ingezien. Dat valt in het huidige LSP alleen te realiseren als je alle andere zorgverleners uitsluit voor toegang. Dat is niet alleen een enorm karwei, het is zelfs technisch niet mogelijk in het LSP. In praktijk kun je in het LSP enkel categorieën zorgverleners of alle zorgverleners uitsluiten voor inzage. Het is dus praktisch niet mogelijk om in het LSP voor een nauw omschreven doel een bepaalde set gegevens gericht beschikbaar te maken voor één of meer zorgverleners die betrokken zijn bij een behandeling. Terwijl dat nu precies is wat de wet, verdrag en beroepsgeheim vereisen.”

“Het verlenen van toestemming overeenkomstig de vereisten van de Wet Bescherming Persoonsgegevens is daarmee in feite heel praktisch; de wet stelt niet dat je moet aangeven welke uitwisseling van informatie niet mag, maar juist dat er gericht toestemming moet worden gegeven voor een informatie-uitwisseling die wel mag. Die toestemming is dan specifiek en geïnformeerd.”

“Het LSP draait dit principe om en is daarmee de wereld op zijn kop. Selectief en gericht behandelinformatie uitwisselen is in principe alleen mogelijk door alle andere informatie uitwisseling door tal van blokkeringen af te sluiten en dat is niet alleen praktisch, maar ook technisch onwerkbaar binnen het LSP.”

Hoe groot acht je de kans dat de rechter er ook zo tegenaan kijkt?

“Gelet op de zeer gerichte vragen van de rechtbank denk ik dat tijdens de zitting voldoende informatie beschikbaar is gekomen om te kunnen concluderen dat informatie-uitwisseling via het LSP onverenigbaar is met zowel het medisch beroepsgeheim als de vereisten die wet en verdrag stellen aan het met toestemming van de patiënt uitwisselen van medische persoonsgegevens”.

afbeelding: flickr|ssalonso (CC)