Tewerkstelling zonder loon, het is tegen de algemeen geldende regels en CAO’s. Toch komt het steeds vaker voor dat gemeenten, in samenwerking met bedrijven, de grenzen van de wet opzoeken en de regels van de Wet Werk en Bijstand of de Participatiewet ombuigen. Ook krijgen bijstandsgerechtigden steeds meer te maken met re-integratietrajecten die officieel tot werk moeten leiden, maar in de praktijk uitdraaien op zinloze bezigheden, vernederingen en arbeidsverdringing.
Van vangnet tot sanctionering
Tegenprestatie, participatie, re-integratie: op het eerste gezicht lijkt er niets mis met deze begrippen, maar het zijn steeds vaker eufemismen voor het aan het werk zetten van bijstandsgerechtigden zonder dat daar loon tegenover staat, en dat begon al met de Work First trajecten lang voordat de Participatiewet van kracht werd. Het werk varieert van inpakwerkzaamheden in de participatiecentra in Leiden en Eindhoven tot schoonmaken en formulieren inscannen in het praktijkcentrum aan de Laarderhoogtweg in Amsterdam. Ook worden mensen uitgeleend aan bedrijven zonder loon te ontvangen. De gemeente Apeldoorn zet iedereen die een bijstandsuitkering aanvraagt, zelfs als nog niet zeker is of deze wordt toegekend, vier weken lang aan het werk in de sociale werkplaats. (Bron: Nieuwsuur 11 maart)
Mag dat? De gemeente Apeldoorn vindt van wel, want in de nieuwe wet is iedere arbeid passend. Jurisprudentie over deze creatieve uitleg is er nog niet, ondanks het feit dat de Wet Sociale Werkvoorziening niet bedoeld is voor reguliere arbeid. Het is een voorziening waar mensen met een arbeidsbeperking zelf voor kiezen. En Apeldoorn gaat nog verder: zonder onderscheid des persoons worden mensen bij binnenkomst, nog voor er van verwijtbare feiten sprake is, al geconfronteerd met allerlei sancties zoals strafkortingen voor te laat komen, ongewenst gedrag, verbaal geweld of niet meewerken.
Ook andere gemeenten hanteren sancties als preventief instrument waarbij de verwijtbare gedragingen zeer ruim uitgelegd kunnen worden. Alhoewel veel mensen niet zelf durven te praten omdat ze volkomen afhankelijk zijn van hun uitkering, blijkt dit uit de praktijk.
Hoorzitting re-integratietrajecten
Op 21 maart jl. organiseerde de FNV een hoorzitting in Amsterdam om de verhalen te horen van mensen die met re-integratietrajecten te maken krijgen. Sprekers waren onder meer hoogleraar sociaal zekerheidsrecht Gijsbert Vonk en psychologe Michi Almer. Ook wethouder Vliegenthart (SP Amsterdam) was te gast.
De huidige re-integratietrajecten zijn nauwelijks effectief, maar leiden wel vaak tot grote problemen bij de deelnemers zelf. Gijsbert Vonk hield daarom een pleidooi om juist de economische en juridische achtergronden van het re-integratiebeleid te bespreken. Dat begint met de constatering dat er structurele werkloosheid is, al zeven jaar lang. Dit heeft tot effect dat hoger opgeleiden lagergeschoolde banen nemen en werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt eruit drukken.
Met het re-integratiebeleid probeert men al die mensen door middel van werktrajecten, participatiebanen en loonkostensubsidies weer terug te duwen. Perspectiefbanen zouden zicht moeten geven op reguliere arbeid, maar wat is dat? Het komt neer op tijdelijke arbeidsplekken waar je geen zekerheid aan kunt ontlenen. Bovendien wordt er telkens gezegd dat er niet zoveel geld beschikbaar is, dus maakt men re-integratie primair een verantwoordelijkheid van de mensen zelf. Als het niet lukt, dan ligt dat aan jezelf en moeten er sancties worden opgelegd. Die aanpak jaagt volgens Gijsbert Vonk het hele stelsel compleet in de stress en leidt tot paranoiaverschijnselen en groot wantrouwen.
Geen perspectief, wel stress en uitzichtloosheid
Het werk zelf wordt als zinloos, geestdodend en deprimerend ervaren
Michi Almer is psychologe en heeft onderzoek gedaan onder deelnemers van een van de trajecten van Herstelling Werk en Uitvoering aan de Laarderhoogtweg in Amsterdam. Ze heeft daarvoor zes mensen kunnen interviewen van het ’traject kantooromgeving’ waar deelnemers formulieren moeten inscannen en invoeren in de computer. De deelnemers worden er iets beter behandeld dan mensen in andere trajecten, maar het werk zelf wordt als zinloos, geestdodend en deprimerend ervaren. Twee geïnterviewden waren er van overtuigd dat het werk allang gedaan was. Ook wisten ze niet waarom ze in dit traject geplaatst waren.
Deelnemers zien dit soort trajecten die bedoeld zijn voor mensen die vanwege onvoldoende opleiding en gebrek aan werkervaring een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, als straf of vernedering. Sommigen vrezen dat het stigma een moeilijk geval te zijn hun kansen op de arbeidsmarkt verkleint. Ook op de Laarderhoogtweg krijgt iedereen vanaf dag één te horen over alle sancties die kunnen worden opgelegd, zoals korting op de uitkering of naar een minder aantrekkelijk traject gestuurd worden zoals schoonmaken of blaadjes prikken in het Amsterdamse bos. Men klaagt over angsten, piekeren en slecht slapen. Men voelt zich gevangen in een situatie van onzekerheid, zinloosheid, willekeur, machteloosheid en uitzichtloosheid – je weet niet hoelang dat traject gaat duren.
Persoonlijke ervaringen
Twee personen, een man en een vrouw hebben op de hoorzitting hun ervaring toegelicht. De vrouw bleef anoniem uit angst voor sancties en liet een brief voorlezen. Hun ervaringen spreken voor zich.
De brief van de anonieme vrouw:
Ik persoonlijk kan de stress niet meer aan en ik heb op advies van mijn huisarts besloten dat mijn gezondheid nu even meer telt. Na afloop van de bijeenkomst van afgelopen woensdag was ik eerst even opgelucht maar heb ik nu toch last. Ik heb de hele nacht niet kunnen slapen, ik heb er spanningshoofdpijn aan overgehouden.
Er zit een stressuitslag in mijn gezicht omdat ik worstel met dit probleem. Wel heb ik besloten dat als ik in de gelegenheid ben de wethouder te spreken, dat ik daartoe bereid ben doch alleen op voorwaarde dat ik anoniem blijf zodat ik buiten schot blijf van sancties en verdere ellende die het DWI (Dienst Werk en Inkomen, red.) kan veroorzaken bij het vernemen van dit verhaal. Het spijt me heel erg, maar de angst en de afhankelijkheid van de uitkering staan voor mij op het spel. Ik heb nu al schulden en betalingsregelingen en als ze me gaan korten sta ik zonder geld op straat. Ik heb kinderen waarvoor ik moet zorgen, dat weegt veel zwaarder dan alle ellende die zich afspeelt in Amsterdam Zuid Oost.
De bijdrage van de man:
Ik heb voornamelijk in het buitenland in managementfuncties gewerkt en heb een hele brede ervaring. Tot 2014 was ik businessmedewerker bij een gerenommeerd instituut maar door de economische teruggang konden ze mij geen vaste aanstelling aanbieden. Na drie maanden solliciteren kom ik in de bijstand terecht. Bij de intake wordt nogal belerend gedaan alsof het mijn eigen schuld is dat ik nog geen baan heb gevonden en er wordt vooral gezegd dat ik op alle advertenties van schoonmaker moet reageren want werk is werk. Over de realiteit van de arbeidsmarkt wil niemand horen. In het tweede gesprek moet ik uitleggen waar ik zoal tegen aanloop: meer werkzoekenden dan banen, vooral leeftijdsdiscriminatie, slechts twee procent van de vacatures wordt vervuld door 50-plussers.
Een oproep om naar een voorlichtingsmiddag van Eigen Werk (een traject voor mensen die een eigen bedrijf willen starten) te gaan, bereikt mij niet. Het gevolg is dat ik een brief ontvang met de mededeling dat ze mij direct aan RBA (Re-integratiebedrijf Amsterdam, red.) overdragen. Ik dien meteen een klacht in bij de juridische afdeling. Het antwoord is dat doorzetting naar het RBA blijft, maar ik krijg alsnog een kans voor deelname aan Eigen Werk. Vervolgens wordt ik door Eigen Werk in samenspraak met RBA afgewezen, volgens mij is dit doorgestoken kaart.
Ik krijg een brief dat ik ben aangemeld voor een re-integratietraject aan de Teleportboulevard. Daar wordt gezegd dat ik een drie weken lang introductieprogramma moet volgen aan de Laarderhoogtweg, en een leertraject van maximaal zes maanden. Het betreft leerwerkstages bij het DWI of externe stages bij bedrijven.
In het groepje op de Laarderhoogtweg ben ik een vreemde eend in de bijt en totaal niet op mijn plaats. Er heerst een vreemde sfeer en er lopen veel bewakers rond. Het introductieprogramma is een soort sollicitatieprogramma voor mensen die geen enkel idee hebben. Een vrouwelijke trainer spreekt zoals een kleuterleidster tegen kinderen die moeite hebben om dingen te begrijpen. Ze zegt, ‘Iedereen die hier zit heeft een rugzakje.’ Ik vraag me af wat ze bedoelt. Ze zegt, ‘Mensen maken keuzes en beslissingen in het leven en die hebben consequenties. Ik zeg mij niet in het rugzakjeverhaal te herkennen. Is dit een soort strafkamp of zo?
Er zijn twee trainers voor een groepje van tien mensen. Aan de hand van een ‘leukladder’ worden mensen er op gewezen dat de kortste weg naar werk, een realistisch beroep is. ‘Honderd procent is dit! Maar realistisch is twintig procent!’ Ik krijg het gevoel dat ze mensen, gezien hun situatie, zo voorbereiden dat ze accepteren wat komen gaat. Wat dit precies inhoudt blijft nog steeds onduidelijk. Het niet weten wat je te wachten staat zorgt voor veel onrust bij de mensen, ook bij mij. Het DWI hanteert een stappenplan. Zij weten wat goed voor je is maar jij blijft onwetend. Na de cursus moet men met de klantmanager een persoonlijk leerwerkplan maken. Het uitgangspunt lijkt te zijn dat het probleem geheel bij de persoon zelf ligt.
Ik heb een jonge vrouw als klantmanager. Ze gedraagt zich correct tegenover mij maar ze is star en denkt niet mee in oplossingen. Ze zegt dat ze gehouden is om het door de politiek opgelegde beleid uit te voeren. Ik voel mij totaal onbegrepen en gediscrimineerd als mij, met mijn kennis, mijn veertig jaar ervaring en de vier talen waarin ik moeiteloos communiceer, wordt gezegd dat ik moet bijleren om schoonmaker of bewaker te worden. Het is vechten tegen de bierkaai. Je kunt niets zeggen want alles wordt in het systeem gezet en tegen je gebruikt. Ik wil weten waarom ik door DWI zo behandeld word. Na twee aanvragen om mijn dossier in te zien is dat nog steeds niet gelukt.
Diefstal, machtsmisbruik en integriteitsschending
Op 15 april verscheen een bericht in het Parool dat werkmeesters van het DWI worden verdacht van machtsmisbruik en integriteitsschendingen. In het re-integratietraject in het Amsterdamse Bos klagen bijstandsgerechtigden al jaren over intimidatie en racistische opmerkingen. Na een doorlichting door het gemeentelijke Bureau Integriteit is gebleken dat werkmeesters bijstandsgerechtigden werk lieten doen voor privé-doeleinden. Ook werden dienstauto’s voor privé-doeleinden gebruikt. Gereedschappen en benzine werden gestolen of verduisterd.
Bijstandsgerechtigden klagen al jaren over de re-integratietrajecten van DWI, maar vonden daarvoor onvoldoende gehoor in de gemeenteraad. Alleen Maureen van der Pligt van de SP stelde het probleem regelmatig aan de kaak maar werd volgens eigen zeggen ‘weggehoond’. Zij stapte uit de gemeenteraad toen wethouder Vliegenthart, eveneens SP, geen aanstalten leek te maken om de re-integratietrajecten te stoppen maar door liet gaan onder de naam leer-werkstages. De SP zit in een coalitie met de VVD en D66. Hoewel Wethouder Vliegenthart al veel eerder werd ingelicht, zegt hij erg geschrokken te zijn en laat twee hoogleraren de gang van zaken rond de re-integratietrajecten in het Amsterdamse Bos onderzoeken.
Stop Werken Zonder Loon
Inmiddels is door de FNV het rapport ‘Stop Werken Zonder Loon’ gepubliceerd. Volgens de Participatiewet, die van kracht is sinds 1 januari 2015, moeten uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie leveren als de gemeente daar om vraagt. Een slecht idee volgens de FNV, want dit leidt tot verdringing van arbeidskrachten door mensen die het werk onbetaald moeten doen. Ruim 540 mensen, betaald en onbetaald, hebben de vragenlijsten van het Meldpunt Stop Werken Zonder Loon ingevuld. Daaruit bleek onder meer dat onbetaald werken zowel bij hoog- als laagopgeleiden voorkomt. Daardoor zorgt de tegenprestatie voor een schaduwarbeidsmarkt gerund door gratis werknemers, zegt socioloog Thomas Kampen in het rapport. Ook bij het meldpunt is gebleken dat veel bijstandsgerechtigden last hebben van een respectloze benadering door gemeenteambtenaren.
Inlichtingenplicht
Het harde beleid van uitkeringsinstanties is mede bedoeld om het aantal mensen dat een beroep doet op deze voorziening te verminderen. De gedachte is dat mensen daardoor bereid zijn om ook niet passende zogenaamde “realistische” banen te accepteren. Uitkeringsgerechtigden moet aan steeds meer voorwaarden voldoen om zelfs maar voor een uitkering in aanmerking te komen. Alles moet worden aangetoond, anders wordt je aanvraag buiten behandeling gesteld. Instanties vragen steeds meer vertrouwelijke informatie en leggen die vast in dossiers zoals Suwinet, en het is niet altijd duidelijk wie daar toegang toe heeft. In de Participatiewet staat dat bijstandsgerechtigden in overtreding zijn met betrekking tot de inlichtingenplicht wanneer ze iets niet melden wat van belang zou kunnen zijn voor hun recht op een uitkering, maar de wet stelt geen grenzen voor wat daar onder valt.
Kenmerkend voor de aanpak van het DWI en voor de zienswijze van bepaalde politieke partijen, is de opvatting dat het probleem geheel bij de persoon zelf ligt.
Kenmerkend voor de aanpak van het DWI en voor de zienswijze van bepaalde politieke partijen, is de opvatting dat het probleem geheel bij de persoon zelf ligt. Met andere woorden; mensen die slachtoffer zijn geworden van een sociaal-maatschappelijk probleem krijgen daar zelf de schuld van. De officiële werkloosheidscijfers laten daarentegen het echte verhaal zien. Er zijn in Nederland 633 duizend mensen werkloos terwijl er eind vorig jaar 119 duizend vacatures waren. Een aantal daarvan zijn dusdanig gespecialiseerd dat niet iedereen daarop kan solliciteren. Het gevolg is dat een overaanbod van werkzoekenden verplicht wordt op een versmald aanbod voor laaggeschoolden te solliciteren. Repressie lost dit probleem niet op, net zo min als opgepoetste in- en uitstroomstatistieken die een vals succesverhaal laten zien.
Strafkortingen zouden hooguit in uitzonderlijke individuele gevallen mogen worden toegepast en pas dan wanneer er van verwijtbare feiten sprake is. Problematisch wordt het als dit op voorhand een algemeen beleidsinstrument wordt dat op iedereen wordt toegepast om mensen te disciplineren, het werkt ook contraproductief omdat mensen dieper in de stress en de schulden worden gejaagd waardoor de problemen juist worden vergroot. Officieel gaat het er bij de tegenprestatie om dat mensen iets terugdoen voor de maatschappij. Re-integratie is bedoeld aansluiting te laten vinden op de arbeidsmarkt. In de praktijk is dit onderscheid zoek.
Links bij dit artikel:
– Het in december 2014 verschenen rapport ‘Geen fraudeur, toch boete’, waarin De Nationale Ombudsman zich kritisch uitlaat over de hoge boetes voor bijstandsgerechtigden.
– Het in februari 2015 gepubliceerde rapport ‘Je zit in de leegte’ van psychologe Michi Almer (Ook beschikbaar Word).
– Het in april 2015 gepubliceerde FNV-rapport ‘Stop Werken Zonder Loon’