nieuws

1263 Rotterdammers door SyRI opgenomen in het Register Risicomeldingen

1 op de 10 adressen in de Rotterdamse wijken Bloemhof en Hillesluis hebben van het Systeem Risico Indicatie een risicomelding gekregen. Bij deze burgers zou volgens het systeem een verhoogde kans op verschillende vormen van fraude en andere overtredingen bestaan. Naar verwachting wordt eind deze maand begonnen met het afleggen van huisbezoeken bij de risico-adressen, mits de SyRI-partners het onderling eens worden over privacywaarborgen.

Dit bericht verscheen eerder op www.bijvoorbaatverdacht.nl .

Dat blijkt uit antwoorden van burgemeester Aboutaleb op raadsvragen van de Rotterdamse SP-fractie. Het SyRI-onderzoek, dat in maart vorig jaar werd gestart in de wijken Bloemhof en Hillesluis, heeft 12.000 adressen met in totaal ongeveer 25.000 bewoners doorgelicht – wat neerkomt op de complete bevolking van de twee wijken. Uit de analyse rolden 1263 “onderzoekswaardige” risicomeldingen, die door het ministerie cohortsgewijs zullen worden aangeleverd bij de gemeente.

De risicomeldingen zullen nog tot augustus 2020 blijven staan in het zogeheten Register Risicomeldingen. Burgers kunnen daar een inzageverzoek doen om na te gaan of zij geregistreerd zijn als risico. Het ministerie heeft echter eerder aangegeven dat inzage kan worden geweigerd indien er een onderzoek naar de betreffende burger loopt, of wanneer er in de toekomst nog een onderzoek kan worden gestart naar die persoon.

 Verschil van inzicht SyRI-partners over privacyevaluatie

De operationele fase van het SyRI-onderzoek, waarbij huisbezoeken en andere handhavingsmiddelen worden ingezet om de risicomeldingen te onderzoeken, is nog niet van start gegaan. De oorspronkelijke startdatum lag op 1 oktober 2018, maar is uitgesteld vanwege een “verschil van inzicht tussen partners in de Landelijke Stuurgroep Interventieteams”.

De partijen die deelnemen aan het SyRI-onderzoek zijn het niet eens over het uitvoeren van een zogeheten Data Protection Impact Assessment (DPIA). Daarbij wordt een project dat op grote schaal persoonsgegevens verwerkt, geëvalueerd op risico’s en worden maatregelen geformuleerd die deze risico’s moeten wegnemen. De Algemene Verordening Gegevensbescherming die in mei 2018 van kracht werd, stelt zo’n DPIA verplicht. “De DPIA wordt ter advisering voorgelegd aan alle Functionarissen Gegevensbescherming (FG) van de deelnemende partners. Op het moment dat er helderheid en overeenstemming is, zal gestart worden met de uitvoering van de onderzoeken. Onze verwachting is, dat dit eind maart 2019 het geval zal zijn”, zo licht burgemeester Aboutaleb het uitstel van de operationele fase toe.

Uitstel, geen afstel

Het is hoe dan ook de bedoeling dat het onderzoek doorgaat, aldus de burgemeester. De SP vroeg begin februari onder meer of het starten van een rechtszaak door een coalitie van maatschappelijke organisaties een reden was om het onderzoek voorlopig op te schorten. Dat is niet het geval. Burgemeester Aboutaleb geeft aan dat SyRI in de wet vastligt, en dat de staatssecretaris van Sociale Zaken toestemming heeft verleend voor de bestandskoppeling. “Het feit dat er nu een rechtszaak loopt doet hier niets aan af.”

Voorlopig geen openheid over opzet onderzoek

Ook krijgt de gemeenteraad voorlopig geen inzicht in de opzet en doelen van het SyRI-onderzoek. De SP vroeg om de projectbeschrijving en het verzoek aan de minister dat voorafgaat aan de start van een SyRI-project, maar die zullen op dit moment niet gedeeld worden. De reden is dat de resultaten binnen het project daarmee negatief kunnen worden beïnvloed, aldus burgemeester Aboutaleb. “Na afloop van het project kan de strekking ervan, voor zover mogelijk, openbaar gemaakt worden.”

Digitale huiszoeking

Aart van Zevenbergen, voorzitter van de Rotterdamse SP-fractie vindt het aantal risicomeldingen schokkend. “Het gaat hier om één op de tien adressen. Is de gemeente van plan bij alle 1263 adressen huisbezoeken af te leggen?” Volgens de fractievoorzitter worden bij het digitaal doorlichten van burgers volledig andere normen gehanteerd dan in de analoge wereld. “De overheid dringt hier als het ware binnen in je digitale huis, je privé-domein. In de gewone wereld zouden we dat een inbraak noemen; je verwacht zoiets dan ook van een inbreker of hacker, en niet van je eigen overheid. Je kunt je als burger digitaal niet meer onbespied voelen.”

Daarnaast heeft de SP problemen met de focus op de twee wijken, waar veel allochtone inwoners en minima wonen. “Dat kun je eigenlijk niet maken. Als je dit soort praktijken alleen uitvoert in deze wijken en niet in bijvoorbeeld Kralingen of Hillegersberg, ben je aan het discrimineren en zullen ze uiteindelijk zelfbevestigend gaan werken.” De fractie beraadt zich nog op vervolgacties in de gemeenteraad.