Ook de grootste vakbond van Nederland voegt zich bij de juridische coalitie tegen het Systeem Risico Indicatie. Volgens FNV vicevoorzitter Kitty Jong past de inzet van SyRI in een bredere ‘golf van wantrouwen’ jegens kwetsbare burgers. “Wij vertegenwoordigen mensen die hier de meest verstrekkende gevolgen van ondervinden.”
“Onze overheid maakt dus gebruik van een geheim geautomatiseerd systeem dat risicoprofielen maakt. En dat al sinds 2008. Maar hoe het systeem precies werkt en wie er wordt geprofileerd is geheim, een hele schimmige en zorgelijke zaak en een grote inbreuk op de privacy van de burgers. Zowel de Raad van State als de Autoriteit Persoonsgegevens hebben zich meer dan kritisch uitgelaten over SyRI. Maar daar trekt de overheid zich niets van aan”, aldus het persbericht waarmee FNV vandaag haar aansluiting bij de coalitie wereldkundig maakte.
Vice-voorzitter van FNV Kitty Jong licht aan deze site toe dat er twee hoofdredenen zijn om mee te doen: “We zijn allereerst principieel tegen op deze manier gegevens verzamelen en gebruiken om risicoprofielen te maken. We vinden het onbegrijpelijk dat de Sleepwet zo veel kritische aandacht heeft gehad, maar dat SyRI gewoon is ingevoerd. Daarnaast vertegenwoordigen wij mensen in onze achterban die hier de meest verstrekkende gevolgen van gaan ondervinden.”
Bejegening
De inzet van SyRI past in een bredere trend waarbij wantrouwen tegenover burgers het uitgangspunt lijkt te zijn bij de overheid. FNV is begin dit jaar een campagne over bejegening gestart, waaruit onder meer het ‘boek van ongemak’ is voortgekomen, een zwartboek met ervaringen van bijstandsgerechtigden en ouderen die zich als crimineel voelen behandeld wanneer ze bij de overheid aankloppen.
Jong: “In toenemende mate zien wij een golf van wantrouwen uitgaan richting deze groepen. Iedere regel en wet die bedacht wordt lijkt opnieuw uit te gaan van wantrouwen.” Dit terwijl SyRI op haar beurt het wantrouwen van burgers jegens hun eigen overheid voedt. “De onbekendheid rondom SyRI is een groot probleem. Het draait achter de schermen, een burger weet niet of hij of zij te boek staat als risico en is niet in staat daartegen in verweer komen. In onze campagne over bejegening hebben wij een beter beeld gekregen van hoe erg het is gesteld met het wantrouwen vanuit de overheid. Met SyRI wordt dat alleen maar erger. Ook daarom vinden wij het zeer relevant om aan deze rechtszaak mee te doen.”
Onderzoek van de Universiteit Groningen wees eerder deze maand bovendien uit dat er geen aantoonbaar verband was tussen een repressieve aanpak en een betere naleving. Sterker nog, de harde aanpak werkt averechts. Door iedereen in de bijstand als potentiële fraudeur te behandelen, wordt de kloof met de sociale dienst vergroot en zullen burgers in de vrees voor sancties juist minder bereid zijn open te zijn tegenover de sociale dienst. Meer dan de helft van de ondervraagde bijstandsgerechtigden zegt het UWV of de sociale dienst te ervaren als een politieagent – slechts een kwart beschouwt deze instanties als begeleider.
Burgers niet in staat zich te verweren
Juist de groepen waarop SyRI zich in sterke mate richt, zijn onvoldoende in staat om zich tegen de onrechtvaardigheden van dit beleid te verweren. Dit is voor Jong eveneens een reden om als FNV hiervoor op te komen. “Het is extra pijnlijk dat de groep die hierdoor het meest geraakt wordt, voor het halen van hun recht afhankelijk is van sociale advocatuur die bijna is wegbezuinigd. Saillant daarbij is dat de meeste zaken waar sociale advocaten zich mee bezighouden, zich richten tegen de overheid die de regels op een onrechtmatige wijze toepast. Burgers zijn daardoor nauwelijks in staat om zich hiertegen te verdedigen. Natuurlijk richt SyRI zich ook op de grote oplichters, maar die vinden vaak weer allerlei manieren om zich er uit te werken; ze hebben meer kennis, meer geld en kunnen wel een advocaat betalen. Het feit dat juist deze groep, die zo afhankelijk is van de sociale advocatuur om haar recht te halen hierdoor geraakt wordt, is in onze ogen een zeer kwalijke, neerwaartse spiraal.”
Dit artikel verscheen eerder op www.bijvoorbaatverdacht.nl