Het vijfde privacycafé dat de Stichting Bescherming Burgerrechten op 8 juni organiseerde, stond in het teken van de sociale zekerheid, of onzekerheid zo u wilt. Hoe in een Nanny State misbruik kan worden gemaakt van oorspronkelijk goed bedoelde bevoegdheden.
“Er bestaat bij de overheid een enorme behoefte om bij mensen achter de deur te komen”, trapte journalist en auteur Bart de Koning als eerste spreker af. En hoewel incompetentie volgens de journalist en auteur een groter gevaar vormt dan kwade bedoelingen, constateert hij in zijn boek ‘Alles onder controle’ uit 2008 een uitholling van de privacy die sluipenderwijs heeft plaatsgevonden in het afgelopen decennium en tot dan toe nooit onderwerp van publiek debat is geweest.
Een belangrijke voorwaarde voor het toelaten van dergelijke inbreuken is de bemoederende taak die de Nederlandse overheid vanouds voor haar burgers heeft vervuld, de zogeheten Nanny State die ervoor zorgt dat de Nederlander relatief weinig wantrouwen tegenover machthebbers koestert.
“De belastingdienst die voor jou je aangifte invult, dat voelt heel vertrouwd en gezellig, maar daaruit blijkt dus wel dat ze over al die gegevens beschikken zonder dat jij er toestemming voor hebt gegeven. Een ander recent voorbeeld is de fiscus die verhuurders info geeft over het inkomen van hun huurders, handig toch?”
Zulke bevoegdheden van de overheid werken function creep in de hand; ze worden voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor ze oorspronkelijk in het leven werden geroepen. De Koning somt op: “De Sociale Recherche die bij gebrek aan andere mogelijkheden op Occupy-demonstranten wordt afgestuurd en vervolgens uitkeringen intrekt, huiszoekingen op de vooravond van Koninginnedag, pandbrigades die op een intimiderende manier al duizenden huurders verzochten de deur te openen en bij afwezigheid niet aarzelen deze te forceren, de RET die met microfoons gesprekken in de tram opneemt; je gelooft niet dat dit Nederland anno 2012 is”, aldus De Koning.
Een sterk voorbeeld van de georganiseerde Nanny State in de sociale zekerheid is het Suwi-systeem waar onderzoekster Yvette Bommeljé haar bijdrage over hield. Suwi is een netwerk waaraan verschillende overheidsorganisaties in de sociale zekerheid verbonden zijn om gegevens van burgers en bedrijven digitaal bij elkaar op te vragen. Aanvankelijk bedoeld voor UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen), Sociale Verzekeringsbank en sociale diensten van gemeenten, maken tegenwoordig ook andere overheidsorganisaties gebruik van het netwerk.
De behoefte ontstond omdat instanties voorheen zelf bij de cliënten alle gegevens opvroegen, en dat als zeer onhandig werd ervaren. “Men ziet de overheid als één orgaan, en vindt het dan onlogisch dat de UWV niet over gegevens beschikt die de Sociale Dienst wel heeft.” Was voorheen een formulier van 24 pagina’s nodig om een uitkering aan te vragen, tegenwoordig hebben overheidsinstanties deze informatie via Suwinet ter beschikking en moet er slechts aanvullende informatie worden gevraagd.
Voor elke overheidsinstantie is bepaald tot welke gegevens ze toegang hebben. Een organisatie wordt geautoriseerd, waarna rollen en bevoegdheden worden toegekend aan medewerkers binnen die organisatie. De sleutel tot de bestandskoppelingen is het Burgerservicenummer, dat alle gegevens van een persoon bij overheidsinstanties aan elkaar koppelt.
Naast een servicefunctie is Suwinet er ook om fraude met sociale voorzieningen te signaleren. Komt uit de verzamelde gegevens het vermoeden voort dat er iets niet in de haak is, dan kan worden besloten nader onderzoek te plegen naar die persoon. Dat meerdere overheidsinstanties baat hebben bij toegang tot Suwinet, spreekt dan ook voor zich.
Bommeljé: “Suwinet was aanvankelijk bedoeld voor uitvoerders van de Sociale Dienst, maar sinds kort mogen ook niet-Suwi partijen in het bestand. Dit gebeurt onder strenge voorwaarden en waarborgen, maar de groep partijen met toegang dijt wel uit.” Bommeljé noemt als nieuwkomers onder meer de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND), de gemeentelijke belastingdeurwaarder en interventieteams van de Belastingdienst en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD).
Bij de nationale organen die toegang tot Suwi hebben wordt de controle op het opvragen en het (oneigenlijk) gebruik van gegevens streng geregeld en periodiek gecontroleerd, vertelt Bommeljé. De manier waarop dat bij gemeenten gaat, baart haar echter zorgen.
“Er is landelijk een duidelijk kader vastgesteld waarin Suwinet-gegevens mogen worden gebruikt, maar gemeenten vallen daar buiten en moeten zich verantwoorden aan de gemeenteraad. In de praktijk komt het er vaak op neer dat die controle nauwelijks of niet plaatsvindt. En aangezien gemeenten steeds meer taken erbij krijgen vanuit de centrale overheid, wordt dat probleem alleen maar groter.”
Ernst van Damme sprak als derde en laatste namens Onze Bond, een landelijke belangenorganisatie voor mensen met recht op een uitkering die op 1 mei jl. in het leven is geroepen. Een belangrijk doel van Onze Bond is in de woorden van Van Damme het “landelijk aanschoppen tegen stigmatisering van mensen in de bijstand”. De wijze waarop de overheid en haar instanties bijstandsgerechtigden als groep benadert vormt de rode draad van Onze Bond.
Concreet komt dat neer op verzet tegen maatregelen als de omstreden Wet Werken naar Vermogen en de huishoudtoets, maatregelen die sinds de val van het kabinet-Rutte I op de tocht staan. Ook de opname van mensen aan de onderkant van de samenleving in een veelheid aan “duistere databases” vormt een actiepunt, vertelt Van Damme. “Zo moeten mensen die hun schulden hebben afgelost, uit de registraties van Bureau Kredietregistratie worden gehaald, het is stigmatiserend om in zo’n bestand te staan.” Op dit moment staat ieder krediet na aflossing nog vijf jaar geregistreerd. Zie de website van Onze Bond voor een uiteenzetting van de strijdpunten.